Zevenentwintig procent van hen werkt in de zakelijke dienstverlening, 16% in communicatie en ICT, 12% in de zorg en eveneens 12% in de bouw en 3% in kunst en cultuur. De rest is verdeeld over overige sectoren zoals onderwijs, horeca, media en dienstverlening aan particulieren. Het merendeel van de respondenten (56%) werkt langer dan tien jaar als zzp’er; 5% is minder dan twee jaar geleden het eigen bedrijf gestart.
Kijkend naar de toekomst maakt 43% van de zelfstandigen zich zorgen of zij als ondernemer kunnen blijven werken. Voor het aankomende jaar is men iets positiever. Een meerderheid van de zelfstandigen (66%) blijft naar eigen zeggen in 2025 werken als zelfstandige, 26% geeft aan dit wel te willen maar niet te weten of dit nog wel mogelijk is. Slechts 3% van de respondenten gaat naar eigen zeggen in 2025 in loondienst, en 1% gaat werken via een uitzend- of detacheringsbureau. Een kleine groep (3%) geeft aan helemaal te stoppen met werken, als men dit niet meer als zzp’er kan doen.
Andere conclusies uit de achterbanraadpleging zijn:
- 27% van de respondenten merkt niets van de handhaving. De rest wel. Zij merken vooral ander gedrag vanuit de opdrachtgevers dan voorheen.
- Van de zelfstandigen die wat merken van de handhaving, geeft 45% aan er hinder van te ondervinden. Dit zijn zelfstandigen wiens opdrachten niet verlengd worden, die geen opdrachten meer krijgen en/of die gevraagd wordt om in loondienst of via een uitzend- of detacheringsconstructie te komen werken. Ook wordt er melding gemaakt van druk op tarieven.
- Er zijn ook zelfstandigen (55%) die van de handhaving vooral merken dat opdrachtgevers nieuwe opdrachtovereenkomsten aanbieden waarin de criteria van een zzp-opdracht duidelijk vermeld staan, of dat sommige opdrachtgevers afhaken maar er andere opdrachtgevers voor terugkomen.
- 53% van de respondenten geeft aan er het komend jaar qua inkomsten op achteruit te gaan. 8% daarvan verwacht zelfs (bijna) alle inkomsten te verliezen. Dit betreft voornamelijk respondenten uit de sector zorg en communicatie en ICT.
Reactie voorzitter Cristel van de Ven van VZN: “De overheid zegt met het opheffen van het handhavingsmoratorium alleen te willen optreden tegen schijnzelfstandigheid. Eerder hebben zij zelf ingeschat dat dit een groep van ongeveer 200.000 werkenden zou betreffen. Dat is ongeveer 11% van het huidige aantal mensen dat ingeschreven staat als zzp’er. Uit deze achterbanraadpleging blijkt echter dat ruim 40% van de zzp’ers momenteel twijfelt of zij wel als zzp’er kunnen blijven werken. Dit komt met name omdat hun opdrachtgevers hen geen opdrachten meer aanbieden. Dat percentage ligt vele malen hoger dan het vermoedelijke aantal schijnzelfstandigen in Nederland. Hiermee wordt duidelijk dat de handhaving van schijnzelfstandigheid zijn doel ver voorbijschiet”.
[1] Dit persbericht geeft de gedeelde conclusies en resultaten weer uit recente achterbanraadplegingen van diverse brancheorganisaties voor zzp’ers, verenigd in koepelorganisatie VZN en een uitvraag onder volgers van VZN op LinkedIn.
QUOTES VAN ZELFSTANDIGEN (UIT DE OPEN VRAAG)
“Ik merk enorme terughoudendheid bij opdrachtgevers. Ze houden de boot af ondanks dat het werk er wel is. En ze weten niet onder welke voorwaarden er wel samengewerkt kan worden. Daar moet de overheid duidelijker in zijn.”
“Heel veel administratieve rompslomp, bijvoorbeeld voor het schrijven van één gastcolumn omdat managers bang zijn en zich in willen dekken.”
“Het lijkt eerder op een zzp-stop dan iets anders. Heel veel opdrachtgevers willen gewoon geen zzp-er meer inhuren.”
“Bureaus knijpen de situatie uit. Ik moet steeds verder zakken met uurtarief omdat ze je uitspelen tegen andere kandidaten of überhaupt je willen voorstellen. Letterlijk een bureau bij een rol als projectleider overheid “Nee jij gaat omlaag met je tarief; ik wil 20% commissie pakken anders stel ik je niet voor.”
EXTRA ACHTERGRONDINFORMATIE
Vele honderden zzp’ers namen de moeite om de open vraag ‘wat wil je nog meer meegeven’ in te vullen. Uit de antwoorden op deze open vraag komen verschillende clusters van argumenten naar voren over de aanpak van schijnzelfstandigheid en de gevolgen voor zzp’ers. De belangrijkste clusters zijn:
- Impact op de arbeidsmarkt en economie
- Minder opdrachten beschikbaar voor zzp’ers, vooral in de publieke sector.
- Bedrijven zijn huiverig om zzp’ers in te huren vanwege de wetgeving.
- Tarieven van zzp’ers dalen door toegenomen concurrentie en tussenpersonen.
- Flexibiliteit van de arbeidsmarkt wordt aangetast, met negatieve economische gevolgen.
- Problemen door onduidelijke regelgeving
- Onduidelijkheid en wisselend beleid zorgen voor angst bij opdrachtgevers.
- Interpretatieverschillen tussen wetgeving en handhaving maken de situatie onvoorspelbaar.
- Er is behoefte aan heldere en praktische richtlijnen voor samenwerking met zzp’ers.
- Ongelijkheid tussen zzp en loondienst/detachering
- Detacherings- en payrollconstructies worden opgedrongen, wat de kosten verhoogt en ondernemersvrijheid beperkt.
- Veel zzp’ers willen niet in loondienst, maar worden daartoe gedwongen.
- Schijnzelfstandigheid wordt aangepakt, maar echte ondernemers worden door de brede aanpak ook getroffen.
- Persoonlijke gevolgen voor zzp’ers
- Financiële onzekerheid en stress door verlies van opdrachten.
- Sommigen overwegen om te stoppen, te emigreren of weer in loondienst te gaan.
- Impact op privéleven, zoals zorgen over opvoeding van kinderen en mentale gezondheid.
- Sectorspecifieke problemen
- Zorgsector: verlies van opdrachten en van autonomie en verslechtering van zorgkwaliteit door regelgeving.
- Overheid/gemeenten: extreem risicomijdend gedrag, minder opdrachten beschikbaar.
- IT en consultancy: gebrek aan flexibiliteit, onlogische constructies voor korte opdrachten.
LEES MEER...... Bekijk in deze tabel de tien concrete uitspraken per cluster.
Bron: VZN