Afgelopen zomer kondigde staatssecretaris Snel aan dat hij de Wet DBA handhaaft in geval van kwaadwillenden met behulp van een toezichtsplan. Dit toezichtsplan richtte zich op het uitvoeren van bedrijfsbezoeken bij 100 opdrachtgevers. Inmiddels zijn de uitkomsten daarvan openbaar gemaakt in een brief.

Nadat de VAR is afgeschaft, is de Wet DBA geïntroduceerd om de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer te duiden. Uiteindelijk bleek dit niet de juiste oplossing, er ontstond alleen maar meer onduidelijkheid over de arbeidsrelatie. Handhaving is dan ook uitgebleven, tot afgelopen zomer. Staatssecretaris Snel maakte bekend dat de Wet DBA wordt gehandhaafd door de Belastingdienst in geval van kwaadwillendheid.

 

Inmiddels heeft de Belastingdienst 104 opdrachtgevers bezocht en heeft ze geconcludeerd dat 45 opdrachtgevers voldoende kennis van de Wet DBA hebben en deze wettelijke bepalingen ook juist toepast. Bij de overige 59 leek sprake van min of meer onjuist handelen. Bij 12 van deze opdrachtgevers bleek dat zij de arbeidsrelatie niet juist hebben gekwalificeerd. Of deze twaalf daadwerkelijk kwaadwillend zijn, dat moet de toekomst uitwijzen. De Belastingdienst heeft een zware bewijslast nodig om dat te bewijzen en vaak gaan opdrachtgevers al aan de slag met een verbetering van de werkwijze. Van kwaadwillendheid is dan geen sprake. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of er daadwerkelijk sprake is van kwaadwillenden.

 

Volgens de Belastingdienst wordt er onjuist gehandeld wanneer er sprake is van een gezagsverhouding, wanneer de zzp’er dezelfde werkzaamheden verricht als een werknemer, wanneer er sprake is van een kernactiviteit, wanneer vervanging van de zzp’er niet mogelijk of wenselijk is, wanneer de zzp’er zijn werk niet zelf kan indelen, wanneer er sprake lijkt van een fictieve dienstbetrekking of wanneer er niet conform de modelovereenkomst gewerkt wordt.

 

De brief van staatssecretaris Snel bewijst eigenlijk alleen maar weer dat de beoordeling van arbeidsrelaties aan de hand van de gezagsrelatie niet meer van deze tijd is. Bedrijven willen graag hun concurrentiepositie behouden en zelfstandigen willen graag zelfstandig zijn. Opdrachtgevers willen een zzp’er wel in dienst nemen, maar dat wil de zzp’er niet. Die is gehecht aan zijn zelfstandigheid. Dat maakt dat het huidige systeem niet langer houdbaar meer is en we moeten gaan accepteren dat andere werkverhoudingen steeds belangrijker worden. Mede door de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, globalisering en daardoor meer flexibilisering op de arbeidsmarkt, ontkomen we niet meer aan een andere blik op ons arbeidsstelstel. Om verder te komen met alle uitdagingen waar we nu voor staan, is het van belang om werk leidend te maken en niet het contract waaronder. Zo kunnen bedrijven hun concurrentiepositie behouden en kunnen zelfstandigen zelfstandig blijven. Ben je benieuwd naar andere reacties? Je leest het op ZiPconomy.

 

In de tussentijd is minister Koolmees druk bezig met de vervanging van de Wet DBA. Opdrachtgevers geven aan dat de huidige wet- en regelgeving over de kwalificatie van een arbeidsrelatie complex en tijdrovend is. Wij hopen dat de minister snel met een beter alternatief komt, waarbij werk leidend is en niet het contract.

X