1. Ondernemerschap kan de doorslag geven bij de vraag of er wel of geen arbeidsovereenkomst is. Er is geen rangorde in de criteria die meewegen bij deze vraag en ondernemerschap is dus niet van ondergeschikt belang.
2. Hetzelfde werk kan zowel door een zelfstandig ondernemer als door een werknemer uitgevoerd worden. Inbedding of zij-aan-zij werken zijn niet per sé doorslaggevend.
3. Of iemand zich als ondernemer gedraagt, moet niet alleen beoordeeld worden binnen een specifieke overeenkomst, maar in bredere zin bekeken worden. Criteria zoals bijvoorbeeld of iemand meerdere opdrachtgevers heeft, aan acquisitie doet, fiscaal als ondernemer wordt aangemerkt of aan zijn reputatie werkt, zijn voor de Hoge Raad daarmee allemaal relevant.
𝐖𝐚𝐭 𝐛𝐞𝐭𝐞𝐤𝐞𝐧𝐭 𝐝𝐞𝐳𝐞 𝐮𝐢𝐭𝐬𝐩𝐫𝐚𝐚𝐤?
Deze uitspraak betekent dat de belastingdienst bij de handhaving ook moet beoordelen of iemand ondernemer is, waarbij dit van doorslaggevend belang kan zijn.
Het betekent wat PZO betreft ook dat de concept wet VBAR nog eens goed onder de loep genomen moet worden. Ondernemerschap moet daarin een meer prominente rol krijgen, gezien deze uitspraak.